Jul 162007
 

Met Paul de Hert, voormalig collega in Leiden en thans verbonden aan de Universiteit van Tilburg en de Vrije Universiteit van Brussel, schreef ik al weer enige tijd geleden een beschrijvend en opinierend verhaal over het passagiersgegevens-arrest van het Europees Hof van Justitie. Het is, met enige vertraging, vorige week gepubliceerd in het Nederlands Juristen Blad .

 

Over passagiersgegevens en preventieve misdaadbestrijding binnen de Europese Unie
Eind mei vorig jaar wees het Europees Hof van Justitie een langverwacht arrest over de passagiersgegevens die worden doorgegeven naar opsporingsautoriteiten en inlichtingendiensten in de Verenigde Staten. De verwachting was dat het Hof zich zou uitlaten over het waarborgen van recht bescherming van de persoonlijke levenssfeer of over de proportionaliteit van grootschalige gegevensverstrekkingen. In het arrest is het Hof evenwel niet verder gekomen dan beantwoording van vragen over de bevoegdheden en rechtsgrondslagen. Het vernietigde de besluiten die ten grondslag liggen aan de gegevensverstrekkingen, maar voorzag in een overgangstermijn die de Commissie en/of de Raad in staat stellen gevolgen te herstellen en de verstrekking van passagiersgegevens te continueren. In deze bijdrage een overzicht van de gebeurtenissen die leidden tot het arrest en een reflectie over de onbetrouwbaarheid van de Europese wetgever en over profilering als methode tegen terrorisme.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.