Op 1 januari jl. is de Wet bevoegdheden vorderen gegevens (Stb. 2005, 390) inwerking getreden . En daarmee kunnen politie en justitie ‘in belang van het onderzoek’ bij allerlei instanties gegevens gaan opvragen, tenminste als er sprake is van een verdenking van een misdrijf. De bibliotheken hebben zich gerealiseerd dat zij wel eens te maken zouden kunnen krijgen met dergelijke informatieverzoeken. Om deze reden is de Federatie van Organisaties in het Bibliotheek- Informatie- en Documentatiewezen (ofwel FOBID) een uitvoerig advies aan het voorbereiden waarin wordt aangegeven hoe bibliotheken moeten omgaan met dergelijke verzoeken van politie en justitie.
Vooruitlopend daarop heeft de FOBID eerste handreiking bekend gemaakt met daarin ‘tien geboden ‘.
Het is een begin natuurlijk, maar erg veel vertrouwen geeft het mij nog niet. De ‘tien geboden’ beogen te waarborgen dat er nog enige vorm van belangenafweging plaatsvindt, en dat er ten minste een minimum aan zorgvuldigheid in acht wordt genomen. Dat is mooi, om niet te zeggen noodzakelijk. Maar of het werkbaar is moet ik nog zien. De aanwijzing dat bibliotheekmedewerkers niet op eigen houtje gegevens moeten gaan verstrekken aan politie of justitie is bijna vanzelfsprekend. En dat er altijd om identificatie moet worden gevraagd van degene die de gegevens vraagt eveneens. Maar de aanwijzing dat alle informatieverzoeken naar het hoogst mogelijk niveau (de directie) moeten worden doorgestuurd, komt mij niet realistisch voor. Ik kan mij indenken dat ‘de directie’ daar al snel genoeg van krijgt en dat er dan vanzelf een praktijk ontstaat waarbij gegevens zonder meer worden verstrekt. Misschien ben ik te pessimistisch of te cynisch. Niettemin heb ik het gevoel dat er ten minste moet worden uitgegaan van een beter (d.w.z. zichzelf enigzins corrigerend) systeem, waarbij de zgn. behoeftestellers van politie en justitie bijvoorbeeld opdraaien voor de kosten van hun informatieverzoeken. En dat dan niet zozeer om hen op kosten te jagen, maar om ervoor zorg te dragen dat er daarvoor op enige wijze verantwoording wordt afgelegd. En daarbij wordt er dan ten minste een afweging gemaakt of de kosten opwegen tegen de baten. Is niet voldoende, maar wel een begin. In aanvulling daarop zijn gedragscodes en aanwijzingen of geboden van bibliotheek en andere organisaties zonder meer nuttig. Maar daar moet het wat mij betreft niet bij blijven.