Oct 132009
 

Vorige week is het zakelijk spamverbod in werking getreden (net als het bel-me-niet-register voor telemarketing). Eerder op deze blog heb ik al eens opgemerkt dat ik mij niet kan vinden in de wijze waarop OPTA die nieuwe regels uitlegt. Inmiddels blijkt dat actueel. In het Financieel dagblad verscheen vorige week een opinierende tekst van mij hierover. In de Adformatie van deze week zal die opinie ook in iets aangepaste vorm worden opgenomen. In het juridisch periodiek Mr-online stond al een wat uitgebreider verhaal.

Dit is wat in Adformatie komt te staan: 

Commerciele e-mails niet altijd spam: OPTA’s uitleg van de wet te streng 

 

Op 1 oktober jl trad het zakelijk spamverbod inwerking. En dat hebben wij geweten! Dagelijks zijn e-mailgebruikers lastiggevallen met verzoeken om toch – alsjeblieft!, alsjeblieft! – toestemming tegeven voor continueren van e-mailnieuwsbrieven en andere e-mailberichtenwaarvan misschien kan worden volgehouden dat die een commercieel karakter hebben (zoals: persberichten, uitnodigingen voor seminars,studentenwervings-mailtjes verstuurd door werkgevers enz.).

Veel van dergelijke opt-in verzoeken waren onnodig.Want de wet voorziet in enkele uitzonderingen waarvan in veel gevallen waarschijnlijk gebruik had kunnen worden gemaakt. Een probleem is dat de toezichthouder, OPTA, de wet op heel eigenzinnige wijze uitlegt en zo veel meeronder het spamverbod brengt dan de wet heeft bedoeld..

De belangrijkste uitzondering betreft dee-mailadressen van de personen van wie de verzender het e-mailadres heeft verkregen in het kader van de verkoop van zijn diensten of producten. Aan deze personen mogen commerciële e-mailberichten worden gestuurd over eigen en gelijksoortige diensten en producten. Een voorwaarde is dan wel dat deze personen bij het verkrijgen van de e-mailadressen een duidelijke afmeldmogelijkheid – opt-out – is geboden, en ook bij ieder bericht dat vervolgens wordt gestuurd.

De wet zegt het samengevat zo: ‘Een ieder die e-mailadressen heeft verkregen in het kader van de verkoop van zijn product of dienst mag deze gegevens gebruiken voor het overbrengen van communicatie voor commerciële doeleinden met betrekking tot eigen gelijksoortige producten ofdiensten, mits…

In de wet is het met de nodige juridische krachttermen verwoord. Het is daardoor allemaal misschien niet heel eenvoudigte begrijpen. Om deze reden valt het te waarderen dat OPTA als toezichthouderop het spamverbod de moeite heeft genomen een verklarend document op te stellen met veelgestelde vragen en antwoorden. In dit document zegt de toezichthoud erover hierboven genoemde uitzondering:

U hoeft een klant niet vooraf om toestemming tevragen, als u hem een bericht wilt versturen met een commercieel (…) karakter’. OPTA voegt daaraan toe dat ‘er alleen sprake kan zijn van eenklantrelatie als er een product of dienst is verkocht’. Ook merkt de toezichthouder op dat ‘nieuwsbrieven (..) alleen zonder expliciete toestemming kunnenworden verstuurd als er sprake is van een klantrelatie’.Volgens OPTA is er echter bij het vragen van informatie of bij het benaderen van een prospect iser nog geen sprake van een koop van een product of van een dienst. En dus zal er volgens de toezichthouder ‘expliciete toestemming moeten worden gevraagd.’

De toezichthouder geeft daarmee een heel beperkte uitleg van de wet. De wet biedt een uitzondering voor e-mailadressen die zijn verkregen in het kader van de verkoop van diensten of producten.

OPTA maakt daarvan een uitzondering die isbeperkt tot de e-mailadressen van de klanten aan wie iets ook is verkocht.Ofwel, het wettelijke begrip ‘e-mailadressen verkregen in het kader van de verkoop‘ wordt door de toezichthouder vertaald als ‘e-mailadressen van degenenaan wie iets is verkocht‘.

Is dit juridische haarkloverij? Misschien. Maartoch niet zonder betekenis. Want in de uitleg van Opta mogen ondernemingen geene-mailberichten met informatie over de eigen diensten sturen naar de bedrijvendie vorige maand nog om een offerte hebben gevraagd, maar – nog – geenbestelling hebben geplaatst.

Uiteraard zijn juist de e-mailadressen vandergelijke veelbelovende bijna-klanten het meest waardevol. Deze uitleg betekent dus dat veel bedrijven een belangrijk deel van hun relatiebestand moeten afschrijven, terwijl de wet dat niet per se vereist.

Zakelijke spam is een groot en serieus probleem.Het is hoog tijd dat de wetgever dit eindelijk aanpakt. Maar wij moeten oppassen dat het kind niet met het badwater wordt weggespoeld. Niet alle commerciële e-mail is spam. Er zijn goede en legitieme redenen waarom het ene bedrijf het andere wil informeren over eigen product of diensten waarvoor dat andere bedrijf belangstelling heeft getoond. De wet onderkent dit en staat dergelijke commerciële e-mails dan ook nadrukkelijk toe. Er is geen reden om,via een kort-door-de-bocht uitleg van de nieuwe regels, dergelijke volstrekt bonafide berichten te verbieden.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.